Na herintroductie in de Gelderse Poort in 1988 neemt het verspreidingsgebied van de bever in Oost Nederland vooral langs de grote rivieren toe. Sinds 2016 wordt via de kleine waterwegen oostwaarts getrokken. Vraatsporen tonen aan dat bevers inmiddels de Achterhoek hebben bereikt.
Vanaf 1826 zijn bevers in Nederland uitgestorven waarna vanaf 1988 bevers zijn uitgezet op verschillende plaatsen in Nederland waaronder de Gelderse poort en het Hunzedal. Vanuit deze populaties verspreiden bevers zich sindsdien gestaag en vullen tussenliggend geschikt habitat geleidelijk op. De ecologen Sil Westra en Michiel Schaap volgen die ontwikkeling in Oost Nederland op de voet.
Na bijna 200 jaar afwezigheid worden er vanaf 2005 langs de IJssel tussen Zutphen en Zwolle weer beversporen aangetroffen van zwervende dieren. In 2007 wordt de eerste IJsselse beverburcht in de omgeving van Deventer gemeld. En in 2016 hebben bevers zich voor het eerst buiten de hoofdstroom van de IJssel gevestigd in de Schipbeek bij Deventer. In 2016 berichtten we hierover in de nieuwsbrief van Calutra.
Vraatsporen zijn vaak makkelijk te herkennen
De Schipbeek is een waterloop die vanuit Duitsland (Ahauser Aa) door de Achterhoek, Twente (Buurserbeek) en Salland stroomt en bij Deventer uitmondt in de IJssel. Waterschap Rijn IJssel heeft de Schipbeek en Buurserbeek heringericht waarbij gevarieerde oevers en vistrappen zijn aangelegd langs een groot deel van het traject. Hierdoor is er meer ruimte voor water en natuur ontstaan en zijn er ook gunstigere omstandigheden voor bevers gecreëerd. Dat heeft zich in 2016 uitbetaald door de vestiging van bevers in de benedenloop van de Schipbeek op zo’n 300 meter van de IJssel.
In 2016 werden twee jonge bevers waargenomen bij de burcht in de Schipbeek. Dit bleek het begin van een verdere opmars van de bever naar het oosten. Sindsdien is de verspreiding met hulp van muskusrattenbeheerders van Waterschap Rijn IJssel en andere meldingen nauwlettend in de gaten gehouden. Vanuit de burcht in de Schipbeek hebben bevers zich tussen 2016 en 2019 verder stroomopwaarts verspreid naar het achterland. Hier een korte historie van die ontwikkeling. Zie verspreidingskaart met nummers die overeen komen met de nummer die tussen haakjes staan in de tekst.
In 2005 worden de eerste sporen van bevers in de IJssel bij Deventer gevonden (1). In 2007 eerste vestiging van bever langs IJssel bij Deventer (2). In januari 2016 vindt je eerste vestiging van bever plaats buiten de hoofdstroom van de IJssel, in de Schipbeek (3). In mei 2016 worden er vraatsporen gevonden langs de Dommerbeek (4). Sinds januari 2017 worden er massaal vraatsporen gevonden bij de vistrap langs de Banninkstuw bij Bathmen (5). In juli 2017 wordt er door een voorbijganger een bever gezien in de vispassage in de Sandermansstuw nabij de waterzuivering in Holten (6). In diezelfde maand duiken er ook vraatsporen op in de Oude Schipbeek bij de Looërmark (7). In het najaar van 2017 treffen we vraatsporen aan in de Dortherbeek nabij Huize Dorth (8). In februari 2018 meldt een muskusrattenbeheerder vraatsporen langs de Peterswatergang op industrieterrein Vletgaarsmaten in Holten (9). In januari 2019 wordt er bevervraat gemeld langs de Schipbeek bij Diepenheim. De bever heeft het Twentekanaal overgestoken en heeft de Achterhoek bereikt (10). Inmiddels is door aangetroffen vraatsporen bij Wichmond bekend dat bevers ook de Baaksebeek hebben ontdekt. De hoop is dat de bever via de bovenloop van de Schipbeek de Buurserbeek op korte termijn gaat bereiken en dus ook Twente zal bereiken. Grote delen van de Buurserbeek aldaar zijn opnieuw ingericht dmv hermeandering en ook kunnen oevers daar blijvend met bomen begroeien. Kortom, perfect leefgebied voor de bever die in rap tempo in aantocht is.
Verspreidingskaart van de bever in de Achterhoek (2005-2019)
De holen die bevers in oevers graven zouden schade op kunnen leveren aan oevers van beken. Het is zaak voor waterschap Rijn IJssel en waterschap Drents Overijsselse Delta om bedacht op aanwezigheid van bevers te zijn bij het schouwen van kades en dijken en om tijdig preventieve maatregelen te treffen waar toekomstige knelpunten kunnen ontstaan. Als waterlopen niet diep genoeg zijn om goede leefomstandigheden voor bevers te kunnen bieden leggen bevers soms dammen aan om het waterpeil te verhogen. De Schipbeek is een waterloop met voldoende diep water waardoor aanleg van dammen door bevers hier niet aannemelijk lijkt.
Sil Westra (Ecologisch adviseur bij Silvavir Ecologisch Advies)
Michiel Schaap (Boswachter Ecologie Natuurmonumenten)
Het gehele artikel is gepubliceerd in Nature Today
Foto’s: Michiel Schaap