In het najaar doet Silvavir onderzoek naar de noordse woelmuis in een tweetal provincies van Nederland. Dit gebeurt middels eDNA. Hierbij wordt er gezocht naar keutels in leefgebieden waar de noordse woelmuis voor (kan) komen. Dit monitoringsonderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de provincies in samenwerking met de Zoogdiervereniging.
Noordse woelmuis
De noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus arenicola) is een bijzondere muizensoort voor ons, hij is namelijk endemisch. Dit houdt in dat het een diersoort is dat alleen in Nederland voorkomt. Het betreft in Nederland een aparte ondersoort van de noordse woelmuis; een overblijfsel uit de laatste ijstijd toen de soort in grote delen van Europa voorkwam.
Tegenwoordig is het verspreidingsgebied een stuk kleiner. Er zijn nu nog enkele gebieden waar de soort zich kan handhaven in Nederland:
- Texel
- De Friese meren
- Delen van Noord-Holland
- Het Utrechts/Zuid-Hollands veenweidegebied
- Deltagebied: Zeeland en Zuid-Holland
De noordse woelmuis houdt van natte voeten, daarom zijn deze locaties vaak erg lastig bereikbaar en liggen soms flink geïsoleerd. Veel plekken zijn alleen met een boot te bereiken en wordt er vaak de hele dag in een waadpak gelopen. Geen overbodige luxe als je tot je middel weg kan zakken in de rietlanden.
Veel onderzoekslocaties zijn alleen per boot te bereiken.
eDNA – monitoringsonderzoek
In het verleden werden de onderzoeken naar het voorkomen van noordse woelmuis uitgevoerd met behulp van live traps. Dit zijn inloopvallen die in raaien in de vegetatie werden geplaatst. Een erg intensief onderzoek, waarbij de vallen op meerdere momenten op de dag gecontroleerd werden. Dit gebeurt nu met environmental DNA, ook wel eDNA genoemd. Hierbij wordt gezocht naar keutels en worden deze geanalyseerd door een laboratorium. Het verzamelen van keutels gebeurt op intensieve wijze, hierbij gaan we op onze knieën door de vegetatie om sporen te vinden. Deze bestaan uit: holletjes, looppaadjes en vraat/voedselsporen. De keutels die we hier vinden doen we in een buisje met alcohol (zodat het DNA houdbaar blijft). Na analyse is het duidelijk op welke locaties noordse woelmuis aanwezig is en waar bijvoorbeeld de concurrerende aardmuis of veldmuis.
Het zoeken naar keutels is een hele klus.
Gen-onderzoek
Met DNA onderzoek is het ook mogelijk om op individueel niveau genetisch onderzoek te doen. Hiermee kan er worden gekeken of populaties noordse woelmuizen uitwisseling hebben met elkaar. Dit is dit jaar gedaan in een aantal N2000-gebieden waar een goede populatie aanwezig is. Hierbij is onder andere de Kalverpolder onderzocht, die tegen de Zaanse Schans aan ligt. Er zijn hier binnen vier clusters steeds vijf keutels verzameld. Er wordt gekeken of deze vier clusters genetisch uitwisselen met andere onderdelen van het N2000-gebied. De genetische uitwisseling tussen gebieden is erg belangrijk om populaties gezond te houden. Ziektes en/of plagen zijn een bedreiging voor een zwakke geïsoleerde populatie.
Clusters in een onderzoeksgebied.
Dit monitoringsonderzoek middels eDNA is een jaarlijks terugkomend onderzoek, dat we met veel plezier en passie uitvoeren. Volgend jaar zullen we weer andere gebieden onderzoeken en in 2022 komen we deels weer terug op plekken waar we dit jaar hebben gezocht.