Mijn interesse voor reptielen gaat terug tot in mijn jeugd en is mij met de paplepel ingegoten. Als klein meisje ging ik samen met mijn ouders regelmatig op zoek naar hagedissen en slangen tussen de heide op de Veluwe. Ik kan mij herinneren dat de hagedissen in grote aantallen aanwezig waren en ik ze overal weg zag schieten. Dat is nu wel anders.
Tegenwoordig speur ik nog steeds naar hagedissen en slangen maar nu als vrijwilliger bij RAVON. Erg leuk en leerzaam om op deze manier een steentje bij te dragen aan het verspreidingsonderzoek reptielen zodat we deze dieren nog beter kunnen beschermen. Dit jaar is het het 2e jaar dat ik voor RAVON een vast transect loop. Inmiddels heb ik de gladde slang (Coronella austriaca), hazelworm (Angius fragilis), zandhagedis (Lacerta agilis) en levendbarende hagedis (Zootoca vivipara) mogen noteren en sinds dit jaar ook de adder (Vipera berus). Dat is natuurlijk heel mooi en ik hoop van harte dat dit zo blijft want de reptielen hebben het niet gemakkelijk.
Adder, man.
Adder, vrouw.
Verdroging, stikstofdepositie, intensief heidebeheer, achteruitgang van insecten en versnippering van leefgebied hebben grote gevolgen voor onze reptielensoorten. Op de Veluwe komt daar ook nog eens de druk van de hoge aantallen wilde zwijnen bij. Wilde zwijnen kunnen bijvoorbeeld door het woelen schade aanrichten aan verblijfplaatsen zoals hibernacula (winterverbijfplaatsen van adders en gladde slangen) en zelfs hele nesten jonge slangen opvreten als het voedsel voor de zwijnen in het najaar afneemt.
Gladde slangen lijken erg veel op de adder maar hebben niet het herkenbare zigzagpatroon
en hebben ronde pupillen.
Gladde slang.
Neem het algemeenste reptiel van Nederland; de levendbarende hagedis. Deze soort is ten opzichte van 1994 met ruim 70% in aantal afgenomen! Ook de verspreidingstrend neemt af. Deze vochtminnende soort die geassocieerd wordt met vochtige heide, bosranden en hoogveen heeft o.a. door verdroging veel te lijden. Om de achteruitgang volledig te verklaren is echter meer onderzoek nodig.
Voor de adder (vrij zeldzaam) en de gladde slang (zeer zeldzaam) is de aantalstrend de laatste decennia redelijk stabiel. Minder goed nieuws is dat de verspreidingstrend voor de adder een afname laat zien. Deze afname is het grootst op de (droge) Veluwe. Voor de gladde slang geldt gelukkig een toename in de verspreidingstrend. Met de hazelworm (vrij zeldzaam) en de zandhagedis (vrij zeldzaam) gaat het iets beter: zowel de aantalstrend als de verspreidingstrend nemen toe. De ringslang (Natrix helvetica, vrij zeldzaam) blijft zowel in aantal als verspreiding stabiel. En dan hebben we ook de muurhagedis (Podarcis muralis, zeer zeldzaam), die uitsluitend voorkomt in Maastricht. De populatie muurhagedissen groeit maar deze populatie van enkele honderden dieren is wel volledig geïsoleerd en dus erg kwetsbaar.
Zandhagedis, man. In de paartijd zijn de buik en flanken felgroen gekleurd.
Zandhagedis, vrouw.
De reptielen in ons land zijn erg kwetsbaar en leefgebieden zijn schaars. Daarom blijft monitoring erg belangrijk zodat de juiste beschermingsmaatregelen getroffen kunnen worden.
Wil je meer weten over onze reptielensoorten? Kijk dan eens op: https://ravon.nl/reptielen
Foto’s: Natasja Menses