Eind juli 2018 hebben we een stuk gepubliceerd over onze vleermuiskast VK01 het model is gebaseerd op de boshamerkasten en in samenwerking met Jan Boshamer verder doorontwikkeld.
De eerste kasten hangen nu iets meer dan een jaar en er zijn er al verschillende die worden gebruikt als paarverblijf.
Wij hebben gedurende het afgelopen jaar één kast uitgerust met een datalogger die temperatuur en luchtvochtigheid meet. De kast is gemonteerd in een groene tuin op een open plek aan de zuidzijde van een kale boomstam.
Dit is dezelfde groene tuin waar we afgelopen zomer de warmtemeting hebben verricht waar we over hebben geschreven in het blog over hittestress.
De datalogger heeft inmiddels circa een jaar in de vleermuiskast gehangen en hoewel het op basis van temperatuur moeilijk te zeggen is, of de kast bewoond is geweest, is wel duidelijk te zien dat de kast goede beschutting geeft tegen de elementen.
Wat kou betreft, was de laagste temperatuur die het afgelopen jaar in de kast gemeten is -9,8 graden Celsius. Dit lijkt erg laag vergeleken met de minimumtemperatuur van -9,5 graden Celsius die gemeten is ter plaatse van het dichtstbijzijnde KNMI station (Hupsel). Er zijn echter geen wintermetingen buiten de kast gedaan dus we kunnen daar geen waarde aan hangen.
De kasten zijn bedoeld als zomer- en paarverblijf en het is erg onwaarschijnlijk dat er in de winter een vleermuis in zou trekken.
Zoals we al schreven in ons blog over hittestress, was het in deze tuin op een zeker moment 50 graden Celsius. De binnentemperatuur in de vleermuiskast is nooit boven de 39 graden gekomen.
De kast vangt toch behoorlijk wat zon, wat betekent dat de keuze voor een onbehandelde houtkleur ervoor heeft gezorgd dat het binnen in de kast niet te warm wordt.
Het is dus goed om bij de keuze voor een vleermuiskast eerder te kiezen voor een versie die een lichte kleur heeft, dan voor een exemplaar van donker materiaal zoals doorgaans met houtbeton het geval is.
Daarnaast vinden wij een houtkleurige kast natuurlijk veel mooier 🙂