Waar en hoe je een wildcamera plaatst is bepalend voor het succes van het onderzoek. Afhankelijk van je onderzoeksvraag kies je voor een aantal parameters. Zo bestaan er zeer veel verschillende typen wildcamera’s met wisselende kwaliteit. Welke camera kies je? Zet je lokmiddelen of lokstoffen in, en zo ja welke? Waar breng je de lokstof op aan? Gebruik je de foto- of video stand? In welke tijd van het jaar zet je je camera uit? Hoe hoog plaats je de camera en in welke hoek? Hoe lang laat je de camera staan voordat je hem weer uit het veld haalt? Kortom: het doel van je onderzoek is bepalend voor je onderzoeksopstelling.
Tijdens een onderzoek gericht op het vaststellen van het soortenspectrum van landzoogdieren of een gerichte gebiedsmonitoring is het zinvol om te zoeken naar een zogenaamde flessenhals het plangebied. Een flessenhals is een element in het landschap dat de werking heeft als een fuik. Flessenhalzen zijn vaak door mensen gemaakt maar kunnen ook natuurlijk zijn. De eigenschappen van die specifieke plek in het landschap dwingt dieren een bepaalde route te nemen over een smalle strook van het terrein. Hierdoor is hun bewegingspatroon te voorspellen en de trefkans voor een wildcamera vele malen hoger. Vaak zijn er duidelijke sporen te vinden van dieren die gebruik maken van de flessenhals. Voorbeelden van een flessenhals zijn een faunapassage, duiker, brug, gat in raster, smalle doorgang in haag, kruispunt van lijnvormige landschapselementen zoals houtwallen, doorgang in een slotenpatroon, etc.
In dit voorbeeld (op een landgoed in Oost Nederland) werd de camera gericht op een boomstam die als oversteek van een beek fungeert. Onder de foto’s staat een filmpje met enkele resultaten.