0570-244037 info@silvavir.com

Het veldwerkseizoen eindigt bij ons in het najaar steevast met de ‘vangweken’. Ze zijn inmiddels alweer voorbij. Ik bedoel hiermee dat het najaar bij ons in het teken staat van muizenonderzoek met inloopvallen. Denk hierbij aan verspreidingsonderzoek naar de grote bosmuis (Apodemus flavicollis), veldspitsmuis (Crocidura leucodon) en waterspitsmuis (Neomys fodiens). Voor de genoemde soorten geldt dat deze in het kader van de omgevingswet strikt beschermd zijn. Zijn er ruimtelijke plannen in het (potentieel) leefgebied van deze soorten dan is er vooraf een ecologisch onderzoek nodig. Voor meeste soorten wordt vooralsnog de klassieke live-trap methode gehanteerd zoals voorgeschreven door het Netwerk Groene Bureaus en de Zoogdiervereniging.

Voor de waterspitsmuis (afbeelding 1) hebben we het live-trappen de afgelopen jaren gecombineerd met de eDNA methode en Struikrovers. Sinds 2020 combineren wij op eigen initiatief beide methodes om voldoende data te kunnen verzamelen en in 2022-2023 hebben we samen met het Wetterskip veel data verzameld om trefkansen van verschillende methoden met elkaar te vergelijken. Dit onderzoek heeft al veelbelovende resultaten opgeleverd. Lees hierover meer in ons artikel in De Levende Natuur.

Afbeelding 1. Waterspitsmuis gefotografeerd met een struikrover.

De grote bosmuis (afbeelding 2) is bezig met een flinke opmars in Nederland. Vanuit het oosten verspreid deze bosmuis zich steeds verder binnen Nederland, ook komt hij voor in Limburg. Het is met recht een knots van een bosmuis; de grote bosmuis (Apodemus flavicollis) is wel tot 50% zwaarder dan de bosmuis (Apodemus sylvaticus). Herkenbaar aan de gele borstvlek, die zich als een brede halsband over de hals naar de rugzijde uitstrekt en zijn lange achterpoten.

Afbeelding 2. Grote bosmuis.

De veldspitsmuis is een zeldzame soort met een zeer beperkte verspreiding in het oosten van Overijssel en Zeeuws-Vlaanderen. De veldspitsmuis is wat lastiger te identificeren omdat hij erg veel lijkt op de huisspitsmuis. Toch zijn er wel kenmerken die hem van de huisspitsmuis onderscheiden zoals een scherpere demarcatielijn tussen de rug- en buikvacht en de vachtkleur die tot op de poten doorloopt.

Afbeelding 3. Veldspitsmuis.

Dan tot slot de Noordse woelmuis (Alexandromys oeconomus). Hiervoor doen we vooral landelijke monitoring in Natura 2000 gebieden op basis van eDNA en populatieonderzoek door middel van vangen en merken. Daarover verschijnt later een apart bericht.

Afbeelding 4. Noordse woelmuis.

Zie ook:

Waterspitsmuizen, aantonen kan op vier manieren

DNA onderzoek Noordse woelmuis

 

 

Het is leuk als je dit bericht deelt!