Project: Ontwerp wezelnestkast voor open polderlandschap
De wezel is ons kleinste roofdiertje en de soort is in Nederland de laatste 10 jaar 53% achteruitgegaan in populatie en 49% in verspreiding. Het zijn gespecialiseerde veldmuizenjagers en met hun slanke lenige bouw kunnen ze de veldmuizen achtervolgen tot in hun holletjes. Voedsel en dekking zijn van levensbelang in leefgebieden voor wezel. In open polderlandschappen is aan voedsel geen gebrek gezien veldmuizen veelvuldig aanwezig zijn in de graslanden. Dekking en schuilplaatsen zijn in het open polderlandschap echter vaak schaars. De plaatselijke wezelpopulatie kan daarom worden gestimuleerd door kunstmatige verblijfplaatsen aan te bieden. Silvavir Ecologisch Advies heeft hiervoor een wezelnestkast ontworpen.
De nestkast is gebaseerd op het ontwerp van Criel uit 1986, wat verder is aangepast aan de specifieke eisen voor het open polderlandschap. Dit landschap tekent zich door het gebrek aan kleinschalige structuren en dus dekking voor wezels. Het intensieve agrarisch gebruik van het landschap wordt niet gehinderd door de nestkasten. Ook is het vaak niet wenselijk het aangezicht van het landschap te wijzigen om schuilplekken te creëren voor de wezel. Daarom is er voor gekozen om de nestkasten in te graven in de slootkanten van het terrein.
Afbeelding 1. Het ontwerp van Criel uit 1986 voor hermelijn en andere kleine marterachtigen.
De nestkasten kunnen in het talud van watergangen worden aangebracht. Het feit dat de nestkasten in een talud worden geplaatst zorgt natuurlijk voor een aantal praktische uitdagingen. Allereerst moet de voorkant schuin lopen, gelijk aan de slootkant. De nestkasten mogen niet uitsteken omdat ze dan het geldende maairegime niet zouden overleven. Daarentegen moeten wezels wel naar binnen en buiten kunnen zonder dat de kans bestaat dat de toegang instort door uitspoelend sediment. Aanvullend moeten de kasten te monitoren zijn zonder de nestgelegenheid te veel te verstoren. En tot slot moet de nestgelegenheid zelf schoon te maken zijn.
Dit alles heeft geleid tot een aantal ontwerpen en prototypen dat in samenwerking met een lokale sociale werkplaats is gebouwd. Het resultaat is een nestkast met een schuin aflopend deksel in twee uitvoeringen; een helling van 1 op 1 en een helling van 2 op 1.
Afbeelding 2. Wezelnestkasten om in een talud te plaatsen.
Zoals te zien is op de bovenstaande afbeelding hebben de kasten onder het schuine deksel een bordes. Dat bordes zorgt ervoor dat de zijkanten, waar de dieren toegang hebben tot de nestruimte, niet instorten. Het deksel wordt op zijn plaats gehouden door een schroefoog.
Afbeelding 3. De onderdelen van de wezelkast.
Onder het deksel ligt de feitelijke nestkamer, een vierkante “doos” die los in de buitenkant wordt geschoven. Om de nestkamer te controleren, kan het deksel van de nestkamer worden gelicht. Wanneer het geheel schoongemaakt dient te worden, kan de gehele nestkamer uit de kast worden gehaald.
Om te voorkomen dat ratten de kasten gebruiken als nestruimte is er uiteraard voor gezorgd dat de toegangsopening te klein is voor een volwassen rat maar dat een wezel hier naar binnen kan. Ook ligt de toegang tot de nestkamer iets verhoogd zodat de kans kleiner is dat (spits)muizen gaan huizen in de kast.
Afbeelding 4. Nestkamers met stro.
Nestkamers worden voor de installatie gevuld met nestmateriaal zodat dieren een behaaglijk onderkomen kunnen vinden. Daarna worden de kasten ingegraven in de slootkant waarna ze periodiek zullen worden gemonitord.
Silvavir ecologisch advies voert momenteel een pilot uit met wezelnestkasten in het polderlandschap. In een plangebied zijn metingen gedaan met wildcamera’s en 40 kasten geplaatst. Resultaten volgen.
Afbeelding 5. Een ingegraven nestkast.